De ‘Forze IX’ moet met zijn topsnelheid van 300 kilometer per uur de strijd aangaan met Audi’s en Lamborghini’s op het circuit van Zandvoort, met als enige uitstoot water. De studenten willen definitief de ban breken voor waterstof in de auto-industrie. Duurzaam racen, daar draait het uiteindelijk om. ,,We willen mensen inspireren om waterstof te omarmen als duurzaam alternatief voor fossiele brandstoffen, en aantonen dat onze auto niet onderdoet voor gangbare racewagens op het circuit”, vertelt Sophie Cleton. De auto stoot namelijk alleen water uit. De waterstof reageert met zuurstof uit de lucht in een brandstofcel, waardoor water ontstaat en elektriciteit wordt opgewekt.

(tekst gaat verder onder de foto)

Het team gebruikt deze elektriciteit om de elektromotoren te laten draaien. Ze hebben met vorige modellen al successen behaald in races op de circuits van Assen en Zandvoort, maar willen met de nieuwe auto een stap hogerop. ,,Het doel is om met deze auto uiteindelijk mee te doen in de Super GT op Zandvoort. Echt voor serieuze racewagens.”

Zakelijke kant

De studentes Industrieel Ontwerpen zijn voornamelijk bezig met de zakelijke kant. ,,Het bouwen van zo’n auto is niet gratis natuurlijk, dus het is mijn werk om alle geldstromen goed bij te houden”, meldt Sophie. ,,Echt wel wat anders dan mijn studie, maar het is super leuk.” Dat haar studie er een jaar voor moet wijken deert Sanne niet. ,,Dit is een prachtige plek om werkervaring op te doen, met mijn taak als marketingmanager is het aan mij om deze nieuwe technologie begrijpelijk uit te leggen. Er is zoveel te leren en je merkt dat je echt wat bij kan dragen.”

(tekst gaat verder onder de foto)

Uitdaging

De volgende stap voor het team is om de auto verder te testen, zodat deze zo snel mogelijk het circuit op kan. Het is een behoorlijke uitdaging om een complete racewagen te ontwerpen en te bouwen. ,,Dit is zo’n ontzettend complexe machine, met allemaal onderdelen die speciaal voor deze auto ontworpen zijn. Niemand bouwt waterstof-racewagens op deze manier, dus we moeten alles zelf uitzoeken en ontwikkelen. Om dan te zien hoe ver je kunt komen als je met z’n allen zo hard werkt is heel gaaf.”