De alledaagsheid van het leven krijgt glans, de sleur wordt een genot | column Vak K

Erna Straatsma

Je kunt verliefd worden op een boom. Of op een oersaai winkelcentrum in een nieuwbouwwijk. Dat doet ziek zijn met je.

De alledaagsheid van het leven krijgt glans, tussen spannende gesprekken in het ziekenhuis door. De sleur wordt een genot.

De matige tosti in de bedrijfskantine, de kooktips van de groenteboer, flauwe grappen in de kroeg. Je verlangt er hevig naar.

Als je moe op de bank ligt, naar de kastanjeboom achter je tuin staren. De kleur van de bladeren, het wuiven van takken in de wind, koolmezen die af en aan vliegen. Halsbandparkieten ook, vooral in de vroege avond zie je die. Hele hordes. Leven.

Na een afmattende chemobeurt naar het winkelcentrum om de hoek slenteren. Waar de bakker knapperig volkorenbrood verkoopt en de kaasboer een pondje belegen in de aanbieding heeft. Je smaak is niet langer verpest, de Vietnamese loempia smaakt uitstekend. De verkoopster lacht je vriendelijk toe.

Gewoon, laat alles gewoon zijn.

Door de regen fietsen, zo snel mogelijk. Het huis stofzuigen en boenen, onkruid wieden in de tuin. Thee drinken met een koekje. Hé, wat zie ik daar? Goudsbloemen die spontaan zijn aan komen waaien in de tuin. En midden in de winter bloeien.

Geen bucketlist, absoluut niet.

Na een moeilijk gesprek in het ziekenhuis je longen volzuigen met frisse lucht. De ganzen luid gakkend in V-vorm zien overvliegen. De meerkoeten in de sloot opmerken. Nest na nest gaat kapot door hard voorbijvarende sloepen, maar ze geven niet op.

Stomvervelend was het vroeger, dat gewone. Je zag het nauwelijks.

Als de longpunctie voorbij is, je warme trui aantrekken. Rode lippenstift opdoen en je haren kammen. Een bakkie pleur uit de automaat halen. Een lauw saucijzenbroodje naar binnen werken.

Een oude dame achter een rollator rustig laten oversteken. Even vriendelijk naar haar lachen. Een man in scootmobiel de weg wijzen naar het gemeentehuis. Rechtdoor, bij het volgende kruispunt linksaf. Het is niet ver.

Een praatje maken met de schoonmaakster op kantoor. De spiegel glimt weer. Moet ze nog lang werken, of is ze al bijna klaar? De trap is nat, zal ik met de lift gaan? ,,Fijne avond’’, zegt ze en poetst door.

Als de moed je in de schoenen zinkt, naar de roze zonsondergang kijken. Vliegtuigen die strepen door de lucht trekken. In de woonkamer op de bank zitten, terwijl het langzaam donker wordt. Diep inademen en een glas rode wijn inschenken.

Je bent niet alleen.

Verslaggeefster Erna Straatsma (1963), werkzaam bij deze krant, heeft uitgezaaide borstkanker. Ze vertelt over haar leven als patiënte in het kankercircuit, ofwel Vak K.

e.straatsma@mediahuis.nl

Net binnen